Tetralogie van Fallot

1. Ventrikelseptumdefect (VSD): er zit een gaatje in het tussenschot van de linker- en rechterkamer van het hart.

2. Pulmonalisstenose: de toegang van de rechterkamer naar de longslagader is vernauwd.

3. Scheef geplaatste aorta: de grote lichaamsslagader (aorta) staat scheef boven het tussenschot van de hartkamers. De aorta is aangesloten op de linkerkamer én de rechterkamer. Dit wordt ook wel een overrijdende aorta genoemd.

4. Verdikte hartspier van de rechterhartkamer: de rechterkamer van het hart moet door de vernauwde longslagader (pulmonalisstenose) meer druk zetten om het bloed in de longslagader te krijgen en wordt dikker. De rechterkamer krijgt na verloop van tijd een dikkere spierwand, ook wel hypertrofie genoemd.

schematische weergave van tetralogie van fallot