WPW-syndroom
Het WPW-syndroom (Wolff-Parkinson-White syndroom) is een aangeboren hartritmestoornis. Er is een extra verbinding tussen de boezems en de kamers. Het hart klopt tijdens een aanval zeer snel, vaak meer dan 200 slagen per minuut. Bij een normaal hartritme ontstaat een elektrische prikkel in de sinusknoop in de rechterboezem. De prikkel verspreidt zich over de boezems. Vervolgens komt de prikkel bij de AV-knoop. Deze knoop houdt de elektrische prikkel even tussen de boezems en de kamers vast om hem vervolgens over de kamers te verspreiden. Deze ingebouwde vertraging werkt als een soort veiligheidsmechanisme. Veel mensen met het WPW-syndroom hebben geen klachten en weten niet dat ze de aandoening hebben. Dit komt omdat het WPW-syndroom niet altijd ritmestoornissen veroorzaakt. Ze ontstaan vaak pas op latere leeftijd. Het komt ook voor dat op hoge leeftijd de klachten van het WPW-syndroom zomaar verdwijnen. Dit komt dan doordat de bundel van Kent zijn prikkelgeleidend vermogen verliest. Het hart klopt tijdens een aanval zeer snel, vaak meer dan 200 slagen per minuut. De pols is zwak. Een aanval duurt een paar minuten tot enkele uren en gaat meestal vanzelf over.
Klachten die optreden tijdens een aanval zijn:
- hartkloppingen
- hartbonzen
- duizeligheid
- (neiging tot) wegraken
- kortademig en pijn op de borst
Zweten, niet lekker voelen en misselijkheid kunnen bijkomende klachten zijn tijdens een aanval.