Hartinfarct
Een hartinfarct is het afsterven van een deel van de hartspier door onderbreking van de bloedtoevoer door de kransslagaders.
Mogelijke complicaties van een hartinfarct zijn:
- Ventrikelfibrilleren: Iemand met een hartinfarct die bewusteloos raakt door uitvallen van de pompfunctie van het hart ten gevolge van een ritmestoornis kan, als de omstanders alert reageren en op de juiste wijze hartmassage en kunstmatige beademing geven, enige tientallen minuten langer in leven gehouden worden tot het hart door defibrillatie weer kan worden opgestart.
- Hartfalen: Als de schade aan de hartspier groot is, ontstaat hartfalen. Dit kan leiden tot acuut overlijden.
- Kleplijden: Doordat de papillairspieren niet meer samentrekken, ontstaan er lekkages bij de hartkleppen.
- Papillairspierruptuur: Als er te veel lekkages zijn kan de papillairspier scheuren.
- Vrijerandruptuur: Hierbij scheurt het hartspierweefsel waardoor er bloed in het hartzakje komt.
- Ventrikelseptumruptuur: Er kan ook een scheur ontstaan in het spierweefselschot waardoor de bloeddruk plotseling kan dalen en de hartslag stijgen. Dit kan leiden tot hartfalen.
- Dressler syndroom: Dit is een ontsteking in het hartzakje of het pericard rondom het hart.
Symptonen:
- Pijn in de bovenbuik, kaak, nek en rug.
- Pijn tussen de schouderbladen.
- Kortademigheid.
- Extreme moeheid.
- Duizeligheid.
- Onrustig gevoel, angst en snelle ademhaling.
- Misselijkheid of braken.