Hartstilstand

Bij een hartstilstand pompt het hart geen bloed meer door het lichaam waardoor de cellen geen zuurstof krijgen. De cellen in de hersenen zullen hierdoor snel afsterven. De meest voorkomende oorzaak hiervan is ventrikelfibrilleren ( dit is chaotisch, ongecontroleerd trillen van de hartspier in plaats van de normale gecoördineerde samentrekking). Een effectief pompen van bloed door de (slag)aderen blijft daardoor uit. Een hartstilstand kan komen door een ademhalingsstilstand, veel bloedverlies, een hartinfarct, elektrocutie, harttamponade, beschadeging van het hart, een zieke hartspier of genetische afwijkingen. Soms vertoont het hart nog wel elektrische activiteit maar geen effectieve pompbewegingen meer. Een hartstilstand kan worden opgeheven door reanimatie. 
In het ziekenhuis koele ze eerst het lichaam, naar 32 tot 34 graden. Dit is goed voor het herstel van de hersenen. Na 24 word de temperatuur weer teruggebracht naar 37 graden. In de dagen erna worden diversen controles uitgevoerd, bijvoorbeeld de reflexen.